Haak eens een breitas 🙂 . Een leuk en snel projectje om te maken. En een mooi cadeautje om te geven of te krijgen!
NODIG
- wol of katoen voor naalden nr. 9/10 met een looplengte van +/- 210 m. De wolrest die ik gebruikte is helaas niet meer verkrijgbaar.
- haaknaald nr. 10
- lint voor de hengsels. Ik gebruikte namaak leder (Nostrex).
- een knoop of broche als versiering
PROEFLAPJE
- 9 vasten x 10 rijen = 10 x 10 cm
Let op : het is de bedoeling dat je een vrij ‘stug’Â haakwerk krijgt zodat de tas mooi haar vorm houdt, dus gebruik – indien nodig – een dunnere naald of een dubbele draad zodat je een vast haakwerk krijgt.
- Zet 30 lossen + 1 keerlosse op.
- Rij 1 : haak 2 vasten in de eerste losse na de keerlosse – haak 28 vasten – haak 3 vasten in de laatste losse – haak 28 vasten – haak nog 1 vaste in de laatste losse – sluit met 1 met een halve vaste.
- Rij 2 : haak op de 3 vasten aan de uiteinden telkens 2 vasten in 1 steek (zie tekening) en verder de 28 vasten aan elke kant. Keerlossen en halve vasten om te sluiten tellen niet mee als vaste.
- Rij 3 : haak op de bovenste 4 vasten van de uiteinden telkens 2 vasten in 1 steek en verder enkel vasten.
- Rij 4 : haak op de bovenste 8 vasten van de uiteinden telkens 2 vasten in 1 steek en verder enkel vasten.
- Na rij 4 kan je best gewoon blijven verder haken zonder halve vaste om te sluiten en de bijbehorende keerlosse. Zo krijg je het meest egale resultaat. Hoe weet je dan wat het midden van je uiteinden is? Plooi je werk dubbel zodat de lossen onderaan een mooie lijn vormen en rijg door de zijkanten een gekleurde draad. Hang een stekenmarkeerder/paperclip/draadje aan de kant waar je de laatste sluiting met een halve vaste hebt gemaakt in rij 4, zo weet je wanneer je een volledige rij gehaakt hebt in de komende rijen.
- Rijen 5-10 : een vaste in elke steek haken.
- Rijen 11-18 : aan de zijkanten (dus waar je gekleurde draad zit) telkens 1 vaste per rij minderen. Wanneer je terug aan de kant van je stekenmarkeerder/paperclip/draadje bent, sluit je de rij met een halve vaste en doe je nog een halve vaste in de volgende steek.
- Rij 19 : dit is het begin van de flap. Na de laatste halve vaste 1 losse haken en in dezelfde steek 1 vaste en verder vasten tot 1 steek voor het einde van de halve toer (dus 1 steek voor je gekleurde draad). Vanaf deze rij wordt het werk dus gekeerd en wordt er niet meer in het rond gehaakt.
- Rij 20-32 : 1 keerlosse en 1 geminderde vaste in de 2 eerste steken en in de 2 laatste. Verder enkel vasten. Knip na rij 32 je garen af.
- Afwerkingsrij : haak een rij vasten rondom de flap te starten vanaf de zijkant van de tas. Wil je de tas graag kunnen sluiten, dan kan je in het midden van deze rij enkele lossen haken waar je knoop doorheen kan.
Afwerking
- Stop de draadjes in.
- Prop je tas vol krantenpapier of wol zodat je duidelijk zicht hebt op de dimensies ervan.
- Plaats de broche op de flap of naai de knoop op de tas waar de flap er aansluiting mee vindt.
- Knip de linten op maat en naai ze in het midden van de onderkant, op de achterzijde boven aan de tas en aan de voorzijde net onder de flap met kleine steekjes vast (je gebruikt hiervoor best een gesplitste draad van je garen).
- Wil je dat je tas minder ‘doorzakt’, dan kan je de tas (diagonaal) op een oude placemat of een stuk karton plaatsen. Teken met een potlood de omtrek op de placemat of het karton en knip deze vorm +/- 1 cm kleiner aan alle zijden uit. Leg dit als bodem in je tas.
Klaar!
yvonne seeuws zegt
Ik ga de breitas zeker haken, dank voor de beschrijving
koekjesenboekjes zegt
Wat fijn! Ik ben helemaal benieuwd 🙂 !