Het mag al wel langer duidelijk zijn 😉 .. ik heb een zwak voor CALs en MALs. Zeker de leuke CALs van Knotten die me telkens weer uitdagen om net een stapje verder te gaan in de tunische haakkunsten! Met de ongedwongen filmpjes erbij lukt het jou vast ook.
De wol die ik voor de Winter Around the Corner CAL gebruikte, is degene die ik eigenlijk aanschafte voor de Twinkling Stars sjaal. Die vond ik wat grof uitvallen, dus haalde ik hem weer uit en besloot ik er deze mee te maken. Ik paste het patroon van de Winter around the Corner CAL wat aan en hoe ik dat deed wil ik natuurlijk graag met jou delen.
NODIG
- 1 x Lana Grossa Gomitolo Versione 408
- 1 x Lana Grossa Meilenweit Late night in de kleuren 2907, 2905, 2901, 2904 en 2903 (In deze sokkenwol zit een glansdraad in dezelfde kleur, wat een subtiel ’twinkelend’ effect aan de sjaal geeft. Helaas komt dat niet helemaal tot zijn recht op de foto’s.)
- tunische haaknaalden (recht of met korte kabel) nrs. 5 en 6
- schaartje en stopnaald
AAN DE SLAG
Start met Gomitolo en naald nr. 6 en combineer met de Meilenweit afhankelijk van de kleur die je Gomitolo draad heeft. Ik koos ervoor om er wat contrast in te brengen, maar je kan natuurlijk ook toon-op-toon gaan werken. Ik wisselde 4 kleuren Meilenweit af in de sjaal zelf (dus elke kleur gebruikte ik voor 2 stroken) en hield 1 kleur (cognac) opzij voor de boord.
Omdat het garen wat dunner is dan het opgegeven garen van de Winter around the Corner CAL, heb ik gemeerderd tot 66 steken waarin de 3 laatste extra steken in de 3 eerste tussenrijen zaten (zie ‘Tussenrijen’).
De patronen van de Knotten Winter around the Corner CAL vind je hier.
TUSSENRIJEN
Tussen de patronen (lees: weken van de CAL) zitten steeds 6 rijen die ik als volgt afwisselde:
- Rij 1 & 2 : Meilenweit in de kleur die je in het volgende stekenpatroon gaat gebruiken
- Rij 3 : Gomitolo in het patroon dat je net hebt gehaakt
- Rij 4 : Gomitolo in het nieuwe stekenpatroon dat je gaat starten
- Rij 5 & 6 : Meilenweit in de kleur die je in het oude stekenpatroon hebt gebruikt en gehaakt in het nieuwe stekenpatroon.
Voorbeeld (zie foto) :
Na het patroon in Gomitolo en Meilenweit paars volgen 2 rijen Meilenweit groen en 1 rij Gomitolo in de steek van het oude patroon. Vervolgens een rij Gomitolo in de nieuwe steek en daarna 2 rijen Meilenweit paars in het nieuwe stekenpatroon. Pas na deze 6 rijen begint je nieuwe patroon ‘echt’ (dus van daaraf begin je weer de rijen te tellen zoals in het Knotten patroon).
RAND
Deze haakte ik met 9 lussen ipv 8, met naald nr. 5 en enkel Meilenweit. Ik hou ervan dat de rand niet te erg golft en door de dunnere wol en haaknaald wordt die op zich al wat strakker. Maar check ook af en toe of hij voldoende vlak blijft door je werk op een vlak oppervlak te leggen en sla zo nodig hier en daar een rij van de sjaal over.
Het gekartelde boordje bovenop de rand haakte ik met Gomitolo en naald nr. 5 als volgt : *3 halve vasten – 3 lossen – 1 halve vaste in de eerste steek van je lossenketting*. Van *tot* blijven herhalen. Hier laat je nergens steken open zodat het niet te strak wordt. Ga vervolgens verder met naald nr. 6 en haak een halve vastenrij aan de andere zijde van je sjaal.
AFWERKING
Stop alle draadjes in, bevochtig je werk en block het op een grote 🙂 yogamat of iets dergelijks.
Happy crocheting 🙂 !
Geef een reactie